Ritme en beweging

De aantrekkingskracht van Japan's traditionele taiko drumwerk ligt in het krachtige en krachtige geluid, dat zowel spelers als luisteraar, fysiek en geestelijk prikkelt. Het instrument speelt een centrale rol in vele soorten traditionele muziek en prestaties, en drummen is een populair tijdverdrijf voor velen in Japan en in het buitenland.

Een deel van de dynamiek van de taiko is de manier waarop drummers hun hele lichaam betrekken om een diepgaand niveau van expressie te bereiken. Dit aspect van fysieke prestaties — bijna als dansen, zoals krachtige ritmes combineren met dynamische bewegingen — is één factor die het instrument internationale aandacht heeft gebracht. Optreden van grote troupes die stokjes in perfecte tijd gebruiken als ze drummen complexe en krachtige ritmes zijn bijzonder spectaculair.

De instrumenten kwamen oorspronkelijk vanuit continentaal Azië naar Japan. De oudste trommels van het land zijn ontdekt op sites die dateren uit de Jōmon-periode (ca. 10.000 v.Chr. — 300 v.Chr.).

Vanaf de oudheid werd de taiko in Japan gebruikt om te communiceren met bondgenoten, angstaanjagende ongedierte weg van gewassen en het inspireren van het moreel in het vechten tegen soldaten. Het speelde ook een belangrijke rol in festivals, regenrituelen en het levendige dansen van de bon odori.

Taiko drummen werd later een element in kabuki en andere podiumkunsten, en werd steeds meer gehoord in theaters. Sinds het begin van de twintigste eeuw hebben kumi-daiko ensembles met verschillende soorten drums geholpen om de taiko in de mainstream te brengen.

Hoewel er verschillende soorten taiko zijn, wordt de nagadō-daiko (langbodied drum) als de standaard beschouwd. Dit wordt meestal gemaakt door een prachtig korrelige snede van hard zelkovahout in een cilinder uit te hollen, rundleer over de bovenkant te strekken en het op zijn plaats te bevestigen met metalen pinnen. Andere opmerkelijke traditionele Japanse drums zijn de hoge shime-daiko die veel gebruikt wordt als begeleiding in nō theater en nagauta muziek, de ōdaikō basdrum en de okedō-daiko, die vaak wordt gedragen tijdens optredens. De drumkop, die de toon van elke taiko bepaalt, wordt beïnvloed door factoren zoals dikte en hoe deze is verwerkt.
Professionele artiesten

Er zijn taiko ensembles in het hele land die scholen, bedrijven en lokale gebieden vertegenwoordigen. Er zijn ook veel professionele groepen die hebben bijgedragen aan de wereldwijde erkenning van het instrument, waaronder de veelgeprezen pioniers Ondekoza en Kodō. Na zijn oprichting in 1971, was Kodō ongeveer een decennium actief in de prefectuur Niigata voordat hij zijn internationale debuut maakte op het Berlin Festival in 1981. Het heeft sindsdien meer dan 5.500 keer uitgevoerd in 47 landen. Potentiële leden besteden twee jaar intensieve training terwijl ze samenwonen in een omgebouwde voormalige school op het eiland Sado in Niigata. Degenen die door het rigoureuze selectieproces dat volgt, krijgen nog een jaar van hands-on instructie voordat ze officieel worden geaccepteerd. De groep telt momenteel 35 volwaardige leden.

Samen met hun drumvaardigheden zijn de Kodo-spelers bekend geworden om hun uitstekende lichaamsbouw, aangescherpt door uren intensieve training. Er zijn verschillende fotoboeken gepubliceerd waarin de formidabele combinatie van kracht en techniek van de groep wordt getoond.