De regio Aus wordt getypeerd door de Succulent Karoo (een afrotropische ecoregio). De kenmerken van dit speciale klimaat zijn anders dan wat je in de meeste andere woestijnen vindt. Er kan bijvoorbeeld met zekerheid gezegd worden dat er regen valt, in het bijzonder in de winter, en periodes van langere droogte zijn schaars. De botanische diversiteit van de Succulent Karoo is groter dan in welke andere droge regio dan ook ter wereld en het is de énige dorre plantenregio die bestaat. In deze ecoregio groeien meer dan 5000 hogere plantensoorten, waarvan bijna 40 procent ook hier in de regio ontstaan zijn, en waarvan 18 procent bedreigd worden met uitsterven. Het gebied heeft het de meeste soorten vetplanten ter wereld en herbergt ongeveer 10,000 verschillende soorten. Dat is ruim één derde van het wereld totaal. Wat de regio verder uniek maakt zijn het aantal mini vetplanten (435 soorten.) en geophytes (lamp-achtige planten, 630 soorten.) Deze ecoregio is het centrum van diversiteit voor reptielen en ongewervelden, in het bijzonder voor de hoplinii (een speciaal soort bladsprietkever).
De Namibwoestijn in het noorden wordt daarentegen gekenmerkt door extreem weinig en onvoorspelbare regens (minder dan 50 mm per jaar) en extreem weinig plantenbedekking. Wat er groeit, leeft altijd maar kort. In het oosten vind je de Nama Karoo regio, een lage en open vlakte (shrubland) met gevarieerde graslanden en veel onvoorspelbare regenval. Als het valt, is dat vaak laat in de zomer.