Volgens de legende heeft Sanghamitta, de stichter van een orde boeddhistische nonnen, in de 3de eeuw v.C. een heilige tak van Boeddha’s ‘boom van verlichting’ naar Anuradhapura gebracht. Hierna groeide de stad uit tot de politieke en religieuze hoofdstad. De stad floreerde 1 300 jaar en werd beroemd vanwege zijn kolossale stadsmuren, heiligdommen, openbare gebouwen en ingewikkelde, nog steeds functionerende irrigatiesystemen. Na een invasie door de Pandyans werd Anuradhapura verlaten en was het bijna verdwenen in de jungle alvorens de stad in de 19de eeuw werd herontdekt door de Britten. De daaropvolgende restauratie zorgde ervoor dat de stad erkend werd door UNESCO en nu een belangrijk heilig boeddhistisch pelgrimsoord is. Te zien in de stad is de Sri Maha Bodhiva of de Bodhiboom, die gegroeid zou zijn uit de tak die mee werd genomen van Boeddha’s boom van verlichting. Samen met de Ruwanwelisaya is de boom omringd door spectaculair versierde muren met 1 900 olifantenfiguren.