Ongeveer 14 kilometer ten noorden van Keetmanshoop ligt een opvallend natuurverschijnsel dat zeker een bezoek waard is: een bos van ongeveer 200 kokerbomen (quiver trees), die op en tussen grote rotsen zijn te vinden. De holle taken van de bomen werden in vroeger tijden gebruikt door de Bosjesmannen (San) om hun pijlen in op te bergen. In feite zijn de kokerbomen ongewoon grote vetplanten met een schilferende schors en gedraaide takken bedekt met stekelige, vlezige bladeren. De meest volwassen exemplaren zijn ongeveer 200 tot 300 jaar oud en ongeveer negen meter hoog. Het bos, dat werd uitgeroepen tot nationaal monument in 1955, is het mooist bij zonsopkomst of zonsondergang, wanneer het zachte, warme licht dit gebied een fascinerend aanblik geeft.