Phnom Penh is geen grote Aziatische metropool maar eerder een provinciestadje. Het is een geheel van Frans koloniale panden, enkele indrukwekkende religieuze bouwwerken, eenvoudige steegjes, sfeervolle parkjes en kleurrijke markten. Ondanks zijn woelig verleden, heerst er nu een gevoel van vrijheid en positieve levenslust onder de vriendelijke bevolking. De gezellige rivierpromenade Sisowath Quay, gelegen aan de kruising van de Mekong en de Tonlé Sap rivier heeft een sociaal en levendig karakter. De vele drank- en eetgelegenheden maken het tot de ontmoetingsplaats van de stad. Het Tuol Sleng Genocide Museum is een monument ter nagedachtenis van de duizenden Cambodjanen die zijn omgekomen door het Rode Khmer-regime. Een bezoek aan de Killing Fields blijft een beklijvende gebeurtenis. Het imposante Koninklijk Paleis is een mooi voorbeeld van Cambodjaanse architectuur uit de 20e eeuw. Het design van het rood geverfde Nationaal Museum is een combinatie van Franse en Cambodjaanse architectuur. Het herbergt de geschiedenis van de 6e eeuw tot nu. De okergele overdekte Psar Thmei is de grootste en drukste markt van Phnom Penh. Ze stamt uit 1937 en werd ontworpen door Franse architecten in art deco-stijl.