Geen plaats onthult de ziel van Geoffrey Bawa, de befaamde Sri Lankaanse architect, beter dan zijn landhuis Lunuganga. Toen Bawa de site in 1948 kocht, was het niets meer dan een verlaten rubberen landgoed op een kaap in het Dedduwa-meer, 2 km landinwaarts van de kust van Bentota. Maar in de komende vijftig jaar veranderde hij het nauwgezet in een van de meest verleidelijke, gepassioneerde pleziertuinen van de twintigste eeuw.

Vanuit het hart van het landgoed, draai naar het zuiden, en een brede strook groen veld, omzoomd door struikgewas, zwelt zachtjes omhoog naar Cinnamon Hill. Verder schittert het meer en trekt het oog naar de heuvels in de verte. Draai naar het noorden, en een glorieuze azuurblauwe wal van water en lucht zwaait in zicht. Hier valt de rand van het land weg in een dramatische klif om een watertuin vol lelies en sierrijstvelden te onthullen. Dit is de complexe, Arcadische magie van Lunuganga: een enkele draai transformeert een boeiend, idyllisch perspectief in een extatisch, ongeremd panorama. Dwalen door Lunuganga is geconfronteerd met een palimpsest aan invloeden, ideeën en herinneringen.

Het hele landgoed wordt nu gerund als een landhuisboetiekhotel en biedt een ongeëvenaarde kans om de visie van de architect te ervaren zoals hij wilde.